Jordens kreeg zijn artistieke opleiding aan de Teekenschool voor Kunstambachten (1904-1908?) onder leiding van Kees Oosschot en later aan de Rijksschool voor Kunstnijverheid in Amsterdam (rond 1908-1914) waar hij studeerde bij Willem Retera en August Falise. In 1923-1924 scherpte hij zijn vaardigheden verder aan door een avondcursus keramiek te volgen, gegeven door Bert Nienhuis.

Van 1919 tot ongeveer 1950 was Jordens docent beeldhouwkunst aan de Kunstnijverheidsschool Quellinus, later het Instituut voor Kunstnijverheidsonderwijs. Hij gaf zijn kennis door aan vooraanstaande studenten als Suze Berkhout, Jeanne Bijlo, Geert Marree en Bé Thoden van Velzen.

Naast zijn carrière als docent heeft Jordens opdrachten uitgevoerd voor architectonisch beeldhouwwerk en houtsnijwerk, waarbij hij heeft bijgedragen aan projecten van verschillende architecten.

Opvallend onder zijn werken waren de decoratieve elementen op de gevels van het Tuschinskitheater in Amsterdam en de Incasso Bank in Enschede. Hij was ook actief bezig met schilderen en creëerde een divers oeuvre met onder meer composities van dieren en figuren, naakten en portretten.

Jordens was aangesloten bij artistieke verenigingen als Arti et Amicitiae, Sint-Lucas en de Nederlandse Kring van Beeldhouwers (Kring van Beeldhouwers).

Hij nam deel aan verschillende tentoonstellingen en kreeg erkenning toen hij in 1925 een zilveren medaille ontving voor zijn beeldhouwwerk op de Exposition Internationale des Arts Décoratifs et Industriels modernes in Parijs.

De kunstenaar overleed op 83-jarige leeftijd en werd gecremeerd in Westgaarde.